The Sharp Tones
John Dolphin, eigenaar van een platenzaak ("Dolphin's of Hollywood"), richtte in 1954 Money Records op, nadat hij de mastertapes van zijn label Recorded in Hollywood Records had verkocht. In 1955 bracht Money Records "No, No Cherry" b/w "Tick Tock A-Woo" uit van The Turbans uit Los Angeles. Dit waren niet dezelfde Turbans (uit Philadelphia) die opnamen maakten voor het Herald-label ("When You Dance)", maar een groep uit Oakland, Californië. The Turbans uit Oakland waren een sextet onder leiding van Harry Caesar. Geboren als Horace Caesar op 18 februari 1928 in Pittsburgh, Pennsylvania. Tijdens zijn opnamecarrière woonde Harry "Little" Caesar in Oakland, Californië. Hij klonk zo veel als Percy Mayfield dat het Modern-label zijn sessie uit 1951 niet wilde uitbrengen. Hij scoorde één hit in 1952, "Goodby Baby".
De andere leden van The Turbans waren Al Williams (eerste tenor), Burl Carpenter (tweede tenor), Charles Fitzpatrick (tenor), Willie Roland (bariton) en Andre Goodwin (bas). In hetzelfde jaar verscheen ook "The Nest Is Warm (But The Goose Is Gone)" b/w "Tick Tock-A-Woo" op Money (nummer 209). De groep bracht een derde single uit, "When I Return", met "Emily" van The Turks, op Money (nummer 211). De California Turbans hadden al maanden eerder opnames gemaakt dan hun naamgenoten van de oostkust. De groep veranderde echter hun naam in The Sharp Tones en nam voor het Post-label (een dochteronderneming van Imperial) "Made To Love" b/w "Since I Fell For You" op.
Hoewel Caesar ongetwijfeld het meest bekend is om zijn verhalende liedjes, werd hij door zijn producers in verschillende stijlen opgenomen op verschillende labels (Modern, Dolphin, Downey). Hij nam platen op onder de naam Little Caesar voordat hij in 1969 zijn acteerdebuut maakte in een aflevering van Diahann Carrolls tv-serie JULIA, als Herb de klusjesman. Hij werd bekend om zijn lage, schorre stem en zijn manier van spreken, waarbij hij zachtjes voor zich uit sprak.

Reacties
Een reactie posten