The Scarlets
Fred Parris, woonachtig op 24 Sperry Street in New Haven, Connecticut, werd in 1953 uit een zanggroep gezet die bekend stond als de Canaries. De fervent honkballer (hij had ooit auditie gedaan bij de Boston Braves) besloot zijn eigen groep op te richten en noemde hen de Scarlets. Het kwintet, bestaande uit leerlingen van Hillhouse High School, bestond uit Sylvester Hopkins (eerste tenor), Nathaniel Mosely, Jr. (tweede tenor), Albert Denby (bariton) en William L. Powers (bas).
Omdat Fred de liedjes schreef, maakten de jongens hem de leadzanger. Ze repeteerden onder invloed van The 5 Royals, The Clovers, The Dominoes en The Five Crowns. Fred was vooral fan van The Velvet Underground en The Four Freshmen. Als leider van de groep kreeg Parris de verantwoordelijkheid om een platenlabel voor hen te vinden, maar de 17-jarige had geen idee hoe hij dat moest aanpakken. Hij reisde naar New York zonder ook maar een bandje in de hoop Red Robin Records (het label van The Velvet Underground) te vinden, dat gevestigd was in een platenzaak op 301 West 125th Street in Harlem.
Eerst ontmoette hij Bob Shad, een platenzaakhouder die ook eigenaar was van het Jax-label (Bobby Hall and the Kings). Shad stuurde Fred een stukje verderop, waar hij Bobby Robinson, de eigenaar van Red Robin, ontmoette. Toen de frontman van The Scarlets Robinson over zijn groep vertelde, kreeg hij dezelfde reactie als van Shad, namelijk: "Ga naar huis en neem een demo mee." Toen Fred terugkwam met een bandje van het zelfgeschreven "Dear One", was Robinson nog steeds niet onder de indruk, maar zijn broer en partner Dan vond de groep wel goed en overtuigde Robinson om ze op te nemen.
In het vroege voorjaar van 1954 kregen The Scarlets 15 minuten de tijd om "Dear One" en een andere ballad, "I've Lost", op te nemen. "Dear One" had een klassieke rhythm and blues-harmonie. Freds klaaglijke leadzang, die overging in falset-riffs terwijl de bariton en bas het overnamen, droeg bij aan het succes van de plaat in New York in het voorjaar van 1954. De B-kant, "I've Lost", was wederom een sterke ballad met een duidelijke verwijzing naar de melodielijn van Benny Goodmans nummer "Beyond the Sea" uit 1948.
De groep werd met elke release beter, zoals "Love Doll" uit december en het latere "True Love" bewezen. Hoewel "True Love" bijna een kopie was van "Dear One", klonken de harmonieën zelfverzekerder. Parris scoorde zijn eerste hit als songwriter met de B-kant, maar niet via The Scarlets. De rocker "Cry Baby" werd een jaar later opgenomen door drie verpleegsters van het Bellevue Hospital, genaamd The Bonnie Sisters, en bereikte een respectabele 18e plaats in de poplijsten.
Het kwintet uit New Haven werd in 1955 door Uncle Sam opgeroepen met de belofte dat ze bij elkaar mochten blijven. Zo verzekerd, verwachtten de Scarlets een fantastische tijd te beleven als entertainers voor troepen en officieren. In plaats daarvan belandde een lid in Alaska, een ander in Texas, weer een ander in Korea, enzovoort. Na hun basisopleiding in Texas keerde de groep met verlof terug naar New York en namen ze een afscheidssingle op voor Red Robin, getiteld "Kiss Me".
Fred was vervolgens gestationeerd in Philadelphia en kon in de weekenden terugkeren naar New Haven. Hij vormde een nieuwe groep met Lou Peebles (tenor), Ed Martin (bariton), Stanley Dortch (tenor) en Jim Freeman (bas). Fred wilde een nieuwe naam, aangezien geen van deze nieuwe leden ooit in de Scarlets had gespeeld. Hij vond het idee van iets zachts en roods, zoals de Velvets en de Scarlets, wel aantrekkelijk. Het resultaat: de Five Satins.

Reacties
Een reactie posten