The El Venos
De groep werd opgericht als sextet en bleef dat ook tijdens de release van hun twee singles. De leden waren Leon Daniels (leadzang), Daniel Jackson (eerste tenor), Anna Mae Jackson (leadzang, Daniels zus), Leon Taylor (tweede tenor), Joey Daniels (bariton, Leons broer) en Bernard Palmer (bas). De zes zestienjarigen groeiden op in de Penn Hills en Duquesne-wijk buiten Pittsburgh en begonnen in 1955 met het zingen van harmonieën op straathoeken. Ze trokken de aandacht van radiopresentator Bill Powell van Wily, die een platencontract voor hen regelde bij RCA. In 1956 vertrok de groep naar New York om vijf nummers op te nemen. Eind herfst brachten ze "Geraldine", geschreven door Leon Taylor, uit op RCA's sublabel Groove.
"Geraldine" werd meteen gedraaid in Dick Clark's "American Bandstand", maar toen Bill Powell (inmiddels hun manager) een live-optreden in dat programma regelde, konden de jongens het geld voor de tournee van Pittsburgh naar Philadelphia niet van hun ouders krijgen. Zonder geld voor een tournee of iets anders dan lokale tv-optredens, kon de populariteit van "Geraldine" op de radio (van New England tot New Orleans) de plaat niet verder helpen.
Toch traden de El Venos lokaal op met veel bekende acts die voor één avond in Pittsburgh optraden, waaronder The Turbans en The Heartbeats. Hun volgende single, "You Must Be True" (1957), werd uitgebracht op een ander RCA-label, Vik Records, maar kende nog minder succes. Twee jaar later probeerde de groep geld in te zamelen voor een auditie in New York bij Calico Records. Op dezelfde dag deed ook een andere groep uit Pittsburgh auditie, The Skyliners. Volgens de doo-wop-folklore waren de El Venos die dag eigenlijk de favoriet van Calico, maar het unieke geluid van de Skyliners bezorgde hen de eerste opnamemogelijkheid, wat vervolgens leidde tot de nu bekende single. "Since I Don't Have You."
De El Venos namen wel twee nummers op voor Calico, maar die werden nooit uitgebracht. Tijdens een volgende trip naar New York wist de groep nog twee nummers op te nemen voor Mercury's Amp 3-afdeling, maar ook deze bleven onuitgebracht. Na haar terugkeer naar Pittsburgh verliet Anna Mae Jackson de El Venos. Bill Powell was ondertussen bezig de stemmen van zijn nieuwe groep, The Altairs, toe te voegen aan de Amp 3-opnames van de El Venos, waardoor alleen Anna's leadzang overbleef. Hij voegde ook het gitaarspel van Altairs-leadzanger George Benson toe.
Hoewel Powell de plaat in zijn programma promootte, was Amp 3 niet onder de indruk genoeg om hem uit te brengen. Rond deze tijd veranderde mevrouw Jackson haar naam in Anne Keith en nam ze "Lover's Prayer" op, begeleid door The Altairs, dat medio 1959 werd uitgebracht op Memo Records. Al snel gingen ze hun eigen weg.

Reacties
Een reactie posten