Pierre Kartner

Petrus Antonius Laurentius (Pierre) Kartner (Elst (Gelderland), 11 april 1935 – Breda, 8 november 2022), artiestennaam Vader Abraham, was een Nederlandse zanger, componist en producer van amusementsliedjes.

Levensloop

Jonge jaren

Kartner werd geboren op het station van Elst, als zoon van een stationschef. Hij had twee broers en een zus en stamde uit een familie van militairen en veldwachters die in de vroege 19e eeuw vanuit Maagdenburg via Roermond en Utrecht in het oosten van Noord-Brabant belandde. Generaties lang woonde de familie in Helenaveen, van waaruit de vader van Pierre naar Elst vertrok.

In augustus 1938 verhuisde het gezin Kartner van Elst naar Breda. Toen Pierre Kartner acht was, won hij zijn eerste talentenjacht. Zijn opleiding voor banketbakker kreeg Pierre op het instituut St. Louis te Oudenbosch aan de Nijverheidsschool St. Jozef. Pierre was enige jaren op het door de broeders geleide internaat. Hij werkte in een chocoladefabriek als chocoladegieter in Hoboken. Tegenover een verslaggever verzon hij jaren later het verhaal dat hij destijds zo arm was dat hij in de fabriek op zijn overall warme chocolade morste om het thuis als broodbeleg te gebruiken. Verder werkte hij als banketbakker en baatte hij een frietkraam uit.

Jaren zestig

In de jaren zestig deed Kartner ervaring op als artiest in het trio The Headlines, later The Lettersets genoemd met onder meer Dimitri van Toren en Jaap Goedèl. Na het uiteenvallen van die groep was Pierre een tijdje plugger voor platenmaatschappij Negram. Vervolgens werkte hij vanaf omstreeks 1967 voor die maatschappij als producer.

Als Lord Wanhoop nam hij een aantal "schuine" en dubbelzinnige liedjes op zoals Kruidendokter, Lily Marleen, Tonia en In het bad met Violetta (refrein: "Niet te heet, niet te koud"). Ook onder namen als Pierre, The Headlines, The Lettersets, Het Rood-Wit-Blauw Trio, De Aardmannetjes, Los Vastos, Pierre en zijn Pietjes, Nol en Marie, De Uilen, Duo Venus & Penis en Duo X (samen met Annie de Reuver) produceerde hij talloze platen voor het Dureco- en Elf Provinciën-label, waarop hij vaak zelf de zang verzorgde. Samen met Ad Nijkamp vormde Pierre Kartner het gelegenheidsduo De Dikke & De Dunne en namen zij de single Ik zal nooit meer dronken wezen op. Die samenwerking zou later de basis vormen voor het ontstaan van de figuur Vader Abraham en de zeven zonen. Kartner probeerde artiesten als Willemien, Joke en Ben en De Kermisklanten aan een doorbraak te helpen. Het leverde enkele bescheiden succesjes op.

Eerste successen

De grote klapper maakte hij pas in 1970 toen Corry en de Rekels wekenlang in de hoogste regionen van de hitlijst stonden met zijn compositie Huilen is voor jou te laat.

In de loop van de jaren zeventig was hij de man achter onder meer Ben Cramer (De clown), Jacques Herb (Manuela) en Wilma (Zou het erg zijn lieve opa). Kartner schreef ook de Nederlandse inzending voor het Eurovisiesongfestival van 1973, De oude muzikant, gezongen door Ben Cramer, en voor het Eurovisiesongfestival 2010, Ik ben verliefd (sha-la-lie), uitgevoerd door Sieneke.

"Vader Abraham"

Met de carnavalskraker Vader Abraham had zeven zonen werd in 1971 het personage Vader Abraham geboren. Bij het eerste televisieoptreden bestond de in de haast bij elkaar geroepen groep van zeven zonen nog uit vijf mannen en twee (verklede) vrouwen. Hierna werd de groep Vader Abraham en zijn goede zonen gedoopt en vanaf dat moment begeleidden Ad Nijkamp, Ben van Dongen, Bram Stukje en Hans Lauwen Pierre Kartner. Ze scoorden een reeks van top 10-hits als Pootje baaien, Jij en ik blijven bestaan, Vader Abraham had zeven zonen, Olleke bolleke en Uche uche. De groep viel door financiële perikelen rond 1973 uiteen, waarna Ad Nijkamp als enige goede zoon overbleef en het management rond Pierre Kartner op zich nam. Op dat moment stond ook De Vader Abraham Show onder andere in de Rotterdamse Ahoy. Daarin traden onder anderen Jacques Herb, De Kermisklanten, Ben Cramer, De Gebroeders Brouwer, Mieke en Het Vader Abraham Showorkest op.

Kartner had solo-hits als Vader Abraham met onder andere In de C-klasse, In 't kleine café aan de haven en 't Smurfenlied. Beide laatste nummers waren internationaal succesvol, wereldwijd verkocht hij van 't Smurfenlied meer dan 25 miljoen platen en ruim 250 artiesten coverden zijn hit In 't kleine café aan de haven. Dit laatste nummer geldt tegenwoordig onder de titel The Red Rose Café internationaal als een evergreen.

Vanaf de late jaren tachtig werd Kartners succes minder vanzelfsprekend. Hoewel zijn successen uit de jaren zeventig hem tot een graag geziene gast in het Nederlandse schnabbelcircuit maakten, lukte het hem niet meer om grote hits te scoren. Kartner weet dit in de eerste plaats aan de onwil van gevestigde media om aandacht aan zijn werk te besteden.

Een andere hit was Wij zijn de Wuppies. Albert Heijn en Johan Vlemmix, die rond het WK van 2006 een Wuppie-actie en Wuppie-lied hadden, vochten samen daarover voor de rechter een geschil uit. Vlemmix moest zijn single terugtrekken.

Op 5 februari 2016 won Vader Abraham de “Carnavalskneiter” van RadioNL met zijn single Wittewattetis Gewittetnie.

Kort voor de coronapandemie bracht Kartner zijn laatste single "Zonder boeren geen eten" uit waarmee hij de protesterende boeren een hart onder de riem wilde steken in het stikstofdebat.

Politiek

Kartner heeft zich meer dan eens in het publieke debat gemengd. In 1974 maakte hij op de melodie van 'De uil is in de olmen' het carnavalsliedje Den Uyl is in den olie (een knipoog naar de oliecrisis, de olieboycot door de Arabische landen vanwege de houding van de westerse wereld tegenover hun conflict met Israël, waarin Nederland toen verzeild was geraakt). Aan het nummer werd meegewerkt door het Tweede Kamerlid Hendrik Koekoek van de Boerenpartij, die het refrein meezong.

In 1975 volgden Wat doen we met die Arabieren hier en Hoera retteketet (een hoeraatje voor het kabinet). Het carnavalslied Wat doen we met die Arabieren hier bevatte onder meer de tekst "ze zijn niet te vertrouwen bij onze mooie vrouwen" en leidde tot Tweede Kamervragen van Hein Roethof en Aad Kosto aan minister van Justitie Van Agt. Beide Kamerleden pleitten voor strafrechtelijke vervolging van Kartner. Ook vijf in Amsterdam wonende Arabieren drongen op strafrechtelijke vervolging van Kartner aan. De single werd niet uitgebracht en tienduizenden exemplaren werden vernietigd. Aangezien de plaat niet was uitgebracht en Kartner zijn excuses had aangeboden oordeelde het Openbaar Ministerie dat strafvervolging niet opportuun meer was. De minister van Justitie sloot zich daar bij aan en beschouwde de zaak als afgedaan. In 1976 zong Kartner met Mieke het leger van werkelozen. De melodie had hij grotendeels ontleend aan Lili Marleen. Toen de componist en tekstschrijver van Lili Marleen hier in 1977 kennis van namen vonden ze dat Kartner hun lied omlaag had gehaald en eisten ze in kort geding een verbod op verdere openbaarmaking. Ook eisten ze alle inkomsten op.

Op 16 februari 2002 bracht Kartner de single Wimmetje gaat, Pimmetje komt uit, waarin Kartner samen met Pim Fortuyn een duet zong. Het werd een bescheiden hit en kwam tot positie 88 in de Mega Top 100.

Overlijden

Kartner woonde het grootste deel van zijn leven in Breda. Hij leed aan het eind van zijn leven aan botkanker en stierf op 8 november 2022 op 87-jarige leeftijd. Kartner werd in besloten kring begraven. Na de uitvaart op 11 november werd dezelfde dag zijn overlijden publiek gemaakt.



Reacties