Jackie Lee Cochran

Jackie Lee Cochran (5 februari 1934, Dalton, Georgia – 15 maart 1998, Burbank, Californië) was een Amerikaanse rockabillymuzikant, bekend als Jack the Cat.

Biografie

Cochran had een tweelingbroer die op tweejarige leeftijd overleed. Hij begon gitaar te spelen toen hij zes jaar oud was. Zijn vader werd veroordeeld tot 30 jaar gevangenisstraf voor moord, waardoor Cochran een groot deel van zijn jeugd doorbracht bij familieleden in Louisiana, Meridian, Mississippi, en bij zijn grootmoeder in Gadsden, Alabama.

Cochran begon zijn carrière in de lokale muziekscene van Gadsden, wat zijn grootmoeder niet beviel. Zij wilde dat hij in militaire dienst ging. Ze overtuigde hem om zich aan te melden bij de luchtmacht, waar hij gestationeerd werd in San Antonio. Elk weekend reisde hij naar Abilene om te spelen in het radioprogramma van Slim Willet. Dit trok de aandacht van de managers van de Big D Jamboree, die hem ook in dit programma lieten optreden. Hij werd vervolgens overgeplaatst naar Selma, Alabama, waar hij de countrygroep The Flying C Ranch Boys oprichtte. Deze groep trad op in lokale bars en restaurants, en ook op radiostation WBAM. Hij werd in 1955 ontslagen uit de luchtmacht en werd daarna lid van de band van Jimmy Swan in Hattiesburg. Halverwege de jaren 50 trad hij op in Cliffie Stone's Hometown Jamboree in Los Angeles. Hij begon rockabilly te spelen kort nadat hij Elvis Presley had gehoord.

Cochran nam manager Pat O'Donnell in dienst, die Cochrans naam en imago "Jack the Cat" bedacht. Via O'Donnell kreeg Cochran een platencontract aangeboden bij Sims Records. Zijn eerste singles voor dit label verschenen in 1956. Na verdere optredens in de Big D Jamboree werd hij gevraagd om te spelen in de Spade Cooley Show in Californië. Ondanks O'Donnells afkeuring verhuisde Cochran naar de westkust en trad hij op in de show. Hij tekende vervolgens een contract bij Decca Records, en zijn single "Ruby Pearl" verkocht goed en haalde bijna de Billboard-hitlijsten, maar zijn manager liet het Decca-contract aflopen, waardoor de single flopte voordat hij de hitlijsten bereikte.

Na een korte periode bij Viv Records ging Cochran werken bij de Douglas Aircraft Company en stopte hij tijdelijk met muziek. Hij hervatte zijn carrière tijdens de rockabilly-revival in Europa, bracht in 1973 drie albums uit op Rollin' Rock Records en toerde in 1981 door Noorwegen. In de jaren 70 nam hij ook de bijnaam "Waukeen" aan, een naam die hij van zijn Amerikaanse grootmoeder had gekregen. In 1985 bracht het Duitse platenlabel Hydra een succesvolle compilatie van zijn vroege opnames uit (later ook op cd) "Jack The Cat - The Jackie Lee Cochran Story". Om het album te promoten, organiseerde labelbaas Klaus Kettner een Europese tournee voor Jackie Lee Cochran, die zo succesvol was dat ze samenwerkten voor alle volgende tournees tot aan zijn dood. Hij nam nieuw materiaal op voor Hydra Records en Ace Records. Hij overleed in 1998 in zijn appartement in Californië op 64-jarige leeftijd.

In de jaren 70 speelde Waukeen voornamelijk in de Burning Tree Lounge aan Santa Monica Boulevard met Jim King op Hammondorgel en basgitaar en Robert Huber op drums en achtergrondzang. Ze speelden ook in de nabijgelegen Haystack Saloon en de Gaslight.



Reacties